Verhaal vier
Door: Hans Numan
Blijf op de hoogte en volg Marjon
06 Mei 2020 | Nederland, Zwolle
Reeds voor de oorlog werkten de meeste inwoners van Losser en Overdinkel sinds de massa-ontslagen van de crisis in de dertiger jaren in Duitsland. Ook in de oorlog ging dat enige tijd door maar na dolle dinsdag ging er haast niemand meer naar Duitsland. Mijn vader (in spe) bijvoorbeeld was automonteur in Ochtrup. Maar vanaf september '44 fietste hij iedere ochtend vrolijk dwars door het dorp richting grens en vervolgens via een omweg naar de Zoeke waar hij jenever probeerde te stoken. De Duitsers misten de arbeidskrachten en verordonneerden in October 1944 dat alle volwassen mannen uit Losser zich moesten melden voor de arbeidseinsatz. Iedereen maakte zich uit de voeten maar de oude Vollenbroek, altijd al buitengewoon gezagsgetrouw, stuurde zijn jongste zoon Herman, een jongen van zestien jaar. De oudere zoon, Bernard, kwam het stoom uit de oren. Bernard had echter verkering met Leen Nijmeijer. Ja hoor, de zus van Bertha, mijn moeder (in spe) . Samen trokken ze naar Gronau waar ze ontdekten dat de opgepakte mannen werden vastgehouden in de lagere school in afwachting van verder transport. Terwijl Bertha de soldaten bij de hoofdingang afleidde (Nadere details zijn verloren gegaan), haalde Leen haar aanstaande zwagertje uit de school.
PS. na de bevrijding gooide Carel de jeneverketel achter op het land. Die ketel stonk zo erg dat het allerhande, ook ongewenste, aandacht trok. De rechter in Almelo was wel geamuseerd maar er volgde toch een veroordeling zonder strafoplegging.